woensdag 31 oktober 2012

Onlangs in de media en nu al bij ons in de rekken...

De Wachter, Sacks, Derksen,... Het zijn slechts enkele namen van opmerkelijke mensen die met hun pas verschenen, steengoede boeken een aantal ggz-taboes in het uitstalraam van de publieke opinie weten te plaatsen.



"Een heel bijzonder soort hallucinaties is die welke ontstaan na de amputatie van een ledemaat. Terwijl ongeveer tien tot twintig procent van hen die blind of doof worden nadien hallucinaties krijgen, benadert dat bij amputaties de volle honderd procent.(...) Het duurde tot de jaren zeventig van de negentiende eeuw voor er een woord op de gehallucineerde ledematen werd geplakt: fantomen.(...) Omdat een fantoomledemaat bewogen kan worden, kan hij ook pijn doen. Notoir was de fantoomhand van admiraal Nelson, die een verkrampte vuist maakte waardoor zijn fantoomnagels in zijn fantoomhandpalm sneden, wat een constante pijn veroorzaakte. Pas een jaar of twintig geleden heeft men een oplossing gevonden voor dit soort pijnlijke vervormingen van fantoomledematen. Had Nelson vandaag geleefd, dan had men zijn fantoomarm in een spiegelbak gestoken, en zijn goede arm daarnaast gelegd zodat het leek alsof hij twee volwaardige armen had. De opdracht zou geweest zijn om de beide vuisten open en dicht te doen, en de fantoomvuist zou zich, mits enige oefening, ontspannen hebben. Het beste middel tegen fantoompijn blijkt dus fantoomkinesitherapie te zijn."

(De Morgen, 06/10/2012, boekrecensie n.a.v. 'Hallucinaties', de meest recente van de bekende Brits-Amerikaanse neuroloog Oliver Sacks)



"Kijk, de DSM is een interessant boek omdat het aandoeningen definieert: zo kan er in de hele westerse wereld in dezelfde taal gesproken worden. Als ik het heb over een depressie, dan weet een Italiaan of een IJslander wat ik bedoel. Dat is een voordeel. Het nadeel is dat de diagnose niet gebruikt wordt als hypothese maar als werkelijkheid, en dat zijn heel wat bruggen te ver. Dan wordt de diagnose de nieuwe identiteit: we zijn tegenwoordig onze diagnose. Terwijl een diagnose geen eindpunt kan zijn, het is een begin. Vroeger stopten we de gekken in dwangbuizen, nu reduceren we ze tot een woord.(...) Elke dag een feest? Een mens houdt dat toch niet vol? Ongelukkig zijn lijkt niet normaal, terwijl het de normaliteit zelf is. Laten we onze kinderen leren dat het leven soms vervelend is, dat het niet altijd plezant is, dat er soms mensen ziek worden of doodgaan en dat je daar dan vreselijk van mag afzien. Opvoeden is niet: problemen vermijden. Opvoeden is: problemen zien zonder die te dramatiseren. Want gewone levensproblemen worden snel gepsychologiseerd, zowel bij kinderen als volwassenen. 'U bent perfect normaal,' zeg ik dan. Waarop ze steevast vragen: 'Echt waar?' Dat is de diagnose die op het meeste ongeloof stuit."

(Humo, 16/10/2012, in gesprek met Tine Hens waarschuwt psychiater Dirk De Wachter voor het einde van de normaliteit) 



"De bijdrage van de neurobiologie aan de psychologie en psychiatrie van de laatste twintig jaar is minimaal. Het heeft nog niet geleid tot betere medicijnen in de psychiatrie. Van de werking van het geheugen en van perceptie- en zintuigfuncties kan dat neurologisch onderzoek wel de grenzen aangeven. Ook voor taalonderzoek is het interessant. Maar dat is het zowat. De verklaringskracht van hersenprocessen voor de psychologie is dan ook zeer beperkt. Je ziet enkel dat er een fysieke pendant is van een psychisch proces. Natuurlijk is dat zo! Mensen zijn nu eenmaal het product van biologische, psychische en sociale processen, die complex in elkaar haken."

(De Morgen, 29/09/2012, hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen heeft het in 'Bevrijd de psychologie uit de greep van de hersenmythe' over de gevaren van te veel hersenwetenschap in de psychologie)