Aan het woord is Lieven Desomviele, docent dramatherapie aan de Arteveldehogeschool Gent en voorzitter van de Belgische Vereniging voor Creatieve Therapie, die in een artikel in het dagblad De Standaard (05 en 06/03/2011) bevestigt dat de interesse voor creatieve therapie onder toekomstige therapeuten gestaag groeit. Vooral het belevingsaspect en de indirecte aanpak zouden creatieve therapie zo aantrekkelijk maken.
In België zijn vier creatieve therapievormen erkend: beeldende therapie, dans- en bewegingstherapie, muziektherapie en dramatherapie. Daarnaast bestaan er nog de niet erkende en minder bekende bibliotherapie en filmtherapie. Daar onvoldoende gesteund door onderzoeksresultaten kent de creatieve therapie veel tegenstanders. Desomviele: "Toch blijf ik erbij dat vandaag niet de sterkste maar de flexibelste overleeft. Dat betekent dat binnen iedere therapievorm gezocht moet worden naar een manier om met de noden van patiënten om te gaan." Waarin schuilt dan het heilzame effect van dramatherapie volgens de studenten van Desomviele? "Theater draait rond herkenning, wat drama tot een ideaal medium maakt om emoties op te wekken. Maar binnen therapie gaan we een stap verder, want we halen geen pleisters van oude wonden om erin te zitten peuteren. We doen dat om die emoties op een juiste manier een plaats te geven en zo de verwerking te versnellen."
Ook filmtherapie wordt als therapeutisch instrument gebruikt bij relatietherapie, behandeling van depressie en zelfs bij psychose. Psychoanalyticus Dieter De Grave: "Wanneer een adolescent onder een psychose lijdt, zien ouders enkel het vreemde gedrag terwijl de zoon of dochter de situatie net helemaal anders ervaart. Kijken ze samen naar een film die over die aandoening handelt, dan kunnen ze allebei aanduiden wat ze herkennen en wat niet."
Ook over creatieve therapie zijn tal van publicaties in ons documentatiecentrum uitleenbaar. Een selectie:
Actuele themata uit de psychomotorische therapie. Jaarboek 2009
Simons, J.
133 p.
2009
Dit jaarboek bevat een aantal bijdragen waarin theorieën, onderzoek en praktische toepassingen bij kinderen, adolescenten en volwassenen worden voorgesteld. Komen aan bod: motiveren tot bewegen, de relatie tussen basismotorische vaardigheden en perceptuo-motorische vaardigheden bij kinderen van vijf tot zeven jaar, yoga als psychomotorische therapie bij mensen met schizofrenie, effecten van de beoefening van hatha yoga op arousal en ervaren spanning bij patiënten van een forensisch psychiatrische afdeling, lifestyle lichaamsbeweging bij personen met een eetbuistoornis, geïntegreerde danstherapie bij kleuters en schrijven als onderdeel van de psychomotorische therapie.
Creatieve therapie. Een praktische handleiding
Nijmanting, M.
134 p.
2008
Deze handleiding is bedoeld voor therapeuten en docenten die praktisch aan de slag willen met creatieve therapie. Na een theoretische inleiding volgt de praktische inhoud van creatieve therapie. Meer dan 50 oefeningen uit de dramatherapie, de beeldende therapie en het werken met taal worden uit de doeken gedaan. De bijbehorende verhalende casus werkt als metafoor en als illustratie van deze oefeningen.
Vaktherapieën in de forensische psychiatrie
Smeijsters, H. en Cleven, G.
216 p.
2007
Vaktherapie is een koepelterm voor psychomotorische therapie en creatieve therapie. Creatieve therapie omvat dramatherapie, muziektherapie, beeldende therapie en dans- en bewegingstherapie. In dit boek wordt beschreven welke behandeling door welke vorm van vaktherapie bij welk probleemgebied geïndiceerd is.
La danse dans le processus thérapeutique
Lesage, B.
375 p.
2006
De auteur beschrijft hoe en waarom dansen therapeutisch kan zijn. Daarvoor gaat hij in op ontwikkeling en structuur van het lichaam en de beweging. Hij wijst op het belang van de groepsdynamiek en gaat specifiek in op de therapeutische krachtlijnen van de danstherapie. Afgesloten wordt met voorbeelden van verschillende klinische beelden.
Danstherapie met depressieve ouderen. Mag ik deze dans van u?
Denkbeeld
Vol. 13, nr. 3, blz. 8-11
2001
Depressies bij ouderen gaan meestal gepaard met lichamelijke inactiviteit, met als gevolg dat men geen contact meer legt met anderen, zich eenzaam voelt en zich steeds meer terugtrekt. Onderzoek wijst uit dat bewegen een gunstig effect heeft op het lichamelijk en geestelijk welbevinden. De danstherapie wordt in deze context besproken.
Simons, J.
133 p.
2009
Dit jaarboek bevat een aantal bijdragen waarin theorieën, onderzoek en praktische toepassingen bij kinderen, adolescenten en volwassenen worden voorgesteld. Komen aan bod: motiveren tot bewegen, de relatie tussen basismotorische vaardigheden en perceptuo-motorische vaardigheden bij kinderen van vijf tot zeven jaar, yoga als psychomotorische therapie bij mensen met schizofrenie, effecten van de beoefening van hatha yoga op arousal en ervaren spanning bij patiënten van een forensisch psychiatrische afdeling, lifestyle lichaamsbeweging bij personen met een eetbuistoornis, geïntegreerde danstherapie bij kleuters en schrijven als onderdeel van de psychomotorische therapie.
Creatieve therapie. Een praktische handleiding
Nijmanting, M.
134 p.
2008
Deze handleiding is bedoeld voor therapeuten en docenten die praktisch aan de slag willen met creatieve therapie. Na een theoretische inleiding volgt de praktische inhoud van creatieve therapie. Meer dan 50 oefeningen uit de dramatherapie, de beeldende therapie en het werken met taal worden uit de doeken gedaan. De bijbehorende verhalende casus werkt als metafoor en als illustratie van deze oefeningen.
Vaktherapieën in de forensische psychiatrie
Smeijsters, H. en Cleven, G.
216 p.
2007
Vaktherapie is een koepelterm voor psychomotorische therapie en creatieve therapie. Creatieve therapie omvat dramatherapie, muziektherapie, beeldende therapie en dans- en bewegingstherapie. In dit boek wordt beschreven welke behandeling door welke vorm van vaktherapie bij welk probleemgebied geïndiceerd is.
La danse dans le processus thérapeutique
Lesage, B.
375 p.
2006
De auteur beschrijft hoe en waarom dansen therapeutisch kan zijn. Daarvoor gaat hij in op ontwikkeling en structuur van het lichaam en de beweging. Hij wijst op het belang van de groepsdynamiek en gaat specifiek in op de therapeutische krachtlijnen van de danstherapie. Afgesloten wordt met voorbeelden van verschillende klinische beelden.
Danstherapie met depressieve ouderen. Mag ik deze dans van u?
Denkbeeld
Vol. 13, nr. 3, blz. 8-11
2001
Depressies bij ouderen gaan meestal gepaard met lichamelijke inactiviteit, met als gevolg dat men geen contact meer legt met anderen, zich eenzaam voelt en zich steeds meer terugtrekt. Onderzoek wijst uit dat bewegen een gunstig effect heeft op het lichamelijk en geestelijk welbevinden. De danstherapie wordt in deze context besproken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten