dinsdag 29 maart 2011

Psychoanalyticus Paul Verhaeghe over de liefde die niet zwart-wit is.

De weekendkrant van De Standaard (26/03/2011) heeft het over de liefde en de lust en dat die zich niet in lessen laten dwingen. Er eeuwig mee worstelen is bijgevolg ons lot, volgens diezelfde krant. Aanleiding van deze woorden is een herziening van Paul Verhaeghes bestseller uit 1998: 'Liefde in tijden van eenzaamheid. Over drift en verlangen'. Maar ook aan de worsteling liefde-lust zitten positieve kanten. Ongekende mogelijkheden tot creativiteit, bijvoorbeeld. Want wat we van de liefde verwachten, vullen we gewoon zelf in. En een kans om uit het hokjesdenken te stappen, dat zo vaak de discussies over liefde domineert. "Haast alle boeken over de liefde bieden antwoorden", aldus Paul Verhaeghe. "Vrouwen zijn van Mars en mannen van Venus - of is het omgekeerd, weet ik veel. Ik geloof niet in zo'n tunnelvisie. Mensen die op consultatie komen, zien vaak maar twee oplossingen voor hun probleem: ofwel doen ze met hun partner voort, ofwel met een ander. Waarop ik altijd zeg: als je maar twee alternatieven hebt, ben je verkeerd bezig. Wat is de context, wat is je geschiedenis? Ik probeer mensen uit hun tunnel te halen. Te tonen dat de liefde niet zwart-wit is. Daar is blijkbaar nood aan."


In ons documentatiecentrum kan je binnenkort ook terecht voor de herziening van Verhaeghes bestseller. Tot dan vind je bij ons tal van bijdragen en publicaties van de hand van deze bekende Freud- en Lacankenner. Een greep uit het aanbod...    

Evidentie en existentie. Evidence-based behandelen en verder...
Abma, R. (e.a.)
156 p.
2010
Wie hulp verleent dient zich te baseren op behandelingen waarvan de werkzaamheid wetenschappelijk bewezen is. Intuïties en klinische oordelen zijn niet langer aanvaardbaar. Het is beter om stapsgewijs een op onderzoek gebaseerd protocol af te werken, aldus de wetenschap, het beleid en de verzekeraars. Hulpverleners zelf waarschuwen echter tegen de risico's van deze evidence-based benadering: de wetenschap kan in dit geval de werkelijkheid geweld aandoen, met zelfs averechtse resultaten. Over deze controverse buigt zich een keur van auteurs op zoek naar een antwoord op de vraag hoe een therapeut uiteindelijk het beste te werk kan gaan?

Geestdrift voor het brein als belichaming van een foute verdeeldheid
Tijdschrift voor Psychotherapie
Vol. 35, nr. 1, blz. 35-50
2009
In dit artikel komen de volgende vragen aan bod: was Freud via de neurobiologie toch een wetenschapper? Moeten we terug naar het effect met wetenschappelijk gegronde behandelingen via de neurobiologie? Wat zijn hierin dan de keuzes en de verantwoordelijkheden? Tot slot is in dit artikel een pleidooi opgenomen voor een nieuwe wetenschap.


Het einde van de psychotherapie
Verhaeghe, P.
253 p.
2009
De auteur reflecteert over de veranderde plaats van de psychotherapie in een veranderde samenleving. De markt gedreven samenleving doet mensen meer economisch denken over hun leven en hun (psychische) gezondheid. Problemen kunnen en moeten hier en nu opgelost worden. En dit tegen een overeen te komen prijs. Gezondheidszorg wordt handelswaar. De klassieke psychotherapie heeft daarop geen goede antwoorden. De auteur gaat in dit boek op zoek naar nieuwe therapeuten voor deze nieuwe patiënten.

Commentaren op 'Het einde van de psychotherapie' (Verhaeghe, 2009)
Tijdschrift voor Psychotherapie
Vol. 35, nr. 6, blz. 438-476
2009
Deze tekst is een commentaar op het boek 'Het einde van de psychotherapie' van Paul Verhaeghe.

De psychotherapeut door zijn vrienden ontbloot. Kanttekeningen bij een onderzoek naar het profiel van de psychotherapeut in België
Tijdschrift Klinische Psychologie
Vol. 35, nr. 1, blz. 64-68
2005
Kanttekeningen bij een eerder verschenen onderzoek (Tijdschrift Klinische Psychologie, jaargang 35, nr. 1, pag. 7-47) naar psychotherapeuten in België.

De essentie van de psychotherapie vanuit een psychoanalytisch perspectief
Tijdschrift Klinische Psychologie
Vol. 35, nr. 2, blz. 109-118
2005
De essentie van psychotherapie wordt vaak gezien in haar effectiviteit en haar wetenschappelijke onderbouw. Gemeenschappelijk in alle verschillende therapiebenaderingen is de therapeutische verhouding tussen patiënt en therapeut. Vanuit psychoanalytisch standpunt gaat het dan over overdracht. De auteur gaat in op ethische en pragmatische consequenties hieraan verbonden.

Burn-out bij hulpverleners. Verslag van een psychoanalytisch kwalitatief onderzoek
Psychiatrie en Verpleging
Vol. 79, nr. 4, blz. 196-209
2003
De auteurs brengen verslag uit van een tweejarig onderzoeksproject rond burn-out bij opvoeders die zijn tewerkgesteld in de residentiële bijzondere jeugdzorg en de residentiële zorg voor gehandicapten.

Over normaliteit en andere afwijkingen. Handboek klinische psychodiagnostiek
Verhaeghe, P.
419 p.
2002
In het eerste deel van dit boek wordt een kritische evaluatie gemaakt van de hedendaagse DSM-diagnostiek. In het tweede deel wordt, op basis van een freudiaans-lacaniaans denkkader in combinatie met hedendaags empirisch onderzoek, hiervoor een achtergrondtheorie geschetst. Uiteindelijk wordt in het derde deel dieper ingegaan op de differentiaaldiagnostiek.

Liefde in tijden van eenzaamheid. Drie verhandelingen over drift en verlangen.
Verhaeghe, P.
207 p.
1998
De auteur her-denkt de freudiaanse tegenstelling tussen eros en thanatos als een tegenstelling tussen twee verschillende vormen van seksueel genieten. Dat deze tegenstelling voornamelijk tussen man en vrouw speelt, toont aan dat het verschil tussen de seksen veel verder gaat dan de tijdgebonden rolpatronen.

Tussen hysterie en vrouw. Van Freud tot Lacan: een weg door honderd jaar psychoanalyse
Verhaeghe, P.
251 p.
1996
Al wie vertrouwd is met de materie van de psychoanalyse is zich bewust van de moeilijke en gigantische arbeid die vereist is als men zich een weg wil banen in het domein van Freud en Lacan. De auteur is deze uitdaging aangegaan.

Persoonlijkheidsstoornissen als modefenomeen
Tijdschrift Klinische Psychologie
Vol. 24, nr. 2, blz. 121-143
1994
In dit artikel wordt aangetoond waarom binnen de freudiaans-lacaniaanse conceptualisatie de idee van persoonlijkheidsstoornissen volledig ontbreekt. Vervolgens wordt aangegeven aan welke theoretische noodwendigheid de 'personality disorder'-epidemie voldoet en welke ethische consequenties dit met zich meebrengt. Tenslotte gaat dit artikel op zoek naar de klinische relevantie van dit alles.

dinsdag 22 maart 2011

Voorjaar 2011: nieuwe publicaties in ons documentatiecentrum.

Een keur uit de nieuwe publicaties die vanaf vandaag in ons documentatiecentrum uitgeleend kunnen worden...



“Hoe bedreven een psychopaat ook wordt in het projecteren van een onechte persoonlijkheid, het kost energie. Daarom compenseren psychopaten het dragen van een masker met perioden waarin zij zich laten gaan. Het is mogelijk dat zij zich overgeven aan duistere activiteiten, die ook verborgen gehouden worden. Of er is een omgeving waarin de psychopaat overwegend het masker draagt en een andere omgeving waarin het masker vaker afgaat. Bijvoorbeeld: gelikt op het werk en een beest thuis, of omgekeerd. In gezelschap kan het razendsnel gaan: de meeste aanwezigen krijgen het innemende masker te zien, de geprefereerde prooi wordt tussen neus en lippen door afgemaakt.”

Wanneer psychopathie aan het licht komt, roept dit meestal hevige reacties op. Dit boek geeft een algemene beschouwing van het verschijnsel psychopathie. De verschillende soorten psychopaten en de maskers waarachter ze zich vaak verbergen, hun doelwitten en de wijze waarop ze doorgaans te werk gaan, passeren uitgebreid de revue. Daarnaast komen de bewapeningsstrategieën tegen psychopaten aan bod en is er plaats voor een uitgetekend herstelplan na een traumatiserend samenleven met een psychopaat. De auteur van dit boek doet ten slotte tal van tips en aanbevelingen van de hand voor mensen die in hun beroep vaak te maken krijgen met psychopaten en hun slachtoffers.

Destructieve relaties op de schop : psychopathie herkennen en hanteren / J. Storms. – derde druk. – Deventer : Ankh-Hermes, 2010. – 248 p.



Aan de hand van bijdragen van ervaringsdeskundigen en specialisten geeft deze uitgave een stand van zaken in het actuele onderzoek en de behandeling van psychosen. In de attachment-based-benadering staan de verhalen van psychotici en onderzoekers, op zoek naar een dialoog mét de wereld, voorop. Het geloof in de helende kracht van een liefdevolle relatie van psychotici met deze wereld staat in deze publicatie centraal.

Telling stories? Attachment-based approaches to the treatment of psychosis / S. Benamer. – London : Karnac, 2010. – 141 p.



Dit ludieke beeldverhaal wil jongeren erop wijzen dat negatieve gedachten die hen dikwijls onzeker maken, genre 'ik voel me te dik' of 'ik heb stom haar en stomme ouders', slechts 'gedachten' zijn. En dat aan 'gedachten' iets valt te doen. Hoe? Niet door ze te negeren en te doen alsof ze niet bestaan of ermee in gevecht te gaan maar door ze ruimte te geven. Net zoals Holly, het hoofdpersonage in dit beeldverhaal. Zo worden onzekere gedachten een stuk minder verschrikkelijk en krijgen jongens en meisjes tussen tien en veertien meer zelfvertrouwen. Dit educatieve boek leert jongeren, op basis van de Acceptance and Commitment Therapy (ACT), doelgericht om te gaan met de grote uitdagingen in het leven.

Ik wil gewoon mezelf zijn! Meer zelfvertrouwen met ACT / T. en S. Bowden. – Houten : Bohn Stafleu van Loghum, 2010. – 63 p.



De auteur van dit boek heeft een ruim twintigjarige carrière als geestelijk verzorger in een psychiatrisch ziekenhuis op zak. Als afsluiting van een gesprek of als hoop opdat de dingen terug weer wat beter zouden gaan, kreeg hij van de patiënten regelmatig een uitnodiging tot bidden. Deze vraag tot gebed in de geestelijke gezondheidszorg vormt het uitgangspunt van dit boek waarin bidden als anker voor patiënten in een sterk veranderende psychiatrische context wordt belicht. Naast een theoretisch kader bevat deze publicatie ook een uitgewerkte cursus 'Bidden: hoe doe je dat?', inclusief vragenlijsten en informatiesets.

Bidden in de GGZ. Ontwikkeling en evaluatie van een cursus 'bidden' als interventie in de geestelijke gezondheidszorg / P. de Rijk. – Delft : Eburon, 2010. – 228 p.



“De hallucinatie en de waan hebben meer met elkaar gemeen dan men op het eerste gezicht zou zeggen. In psychopathologische handboeken worden de wanen ondergebracht bij de denkstoornissen en de hallucinaties bij de waarnemingsstoornissen. Op grond van praktisch klinische overwegingen zal deze indeling zinvol blijven, maar men moet daarbij bedenken dat waarnemingsstoornissen heel vaak te maken hebben met stoornissen in de interpretatie. Dat geldt ook voor de hallucinatie en niet alleen voor de illusionaire vervalsing.”

In de vakliteratuur zijn de monografieën over de hallucinatie, samen met de waan nochtans één van de peilers van de psychose, op één hand te tellen. De idee dat iedereen wel denkt te weten wat de hallucinatie is, zou hiervan aan de basis kunnen liggen. Dit boek tracht, aan de hand van een definiëring en een geschiedenis van de hallucinatie, meer duidelijkheid te scheppen over wat de hallucinatie nu precies is. Sommige opgenomen beschouwingen zijn sterk cognitief en neurofysiologisch georiënteerd, andere meer filosofisch. Deze publicatie brengt, vanuit de analytische filosofie in de Angelsaksische wereld, de belangrijkste conclusies uit al deze beschouwingen in verband met de hallucinatie.

De stem van de Ander : over (verbale) hallucinaties. Een psychiatrische en filosofische beschouwing / J.A.M. de Kroon. – Antwerpen/Apeldoorn : Garant, 2010. – 167 p.

donderdag 17 maart 2011

Voorjaar 2011: nieuwe publicaties in ons documentatiecentrum.

Een keur uit de nieuwe publicaties die vanaf vandaag in ons documentatiecentrum uitgeleend kunnen worden...



In dit toegankelijk geschreven boek worden, naast diverse benaderingswijzen, de verschillende manieren waarop familieleden en vrienden van borderliners zichzelf staande kunnen houden in de vaak complexe belevingswereld van een borderline-patiënt uitvoerig behandeld. Op basis van praktijkverhalen en recente wetenschappelijke inzichten over borderline laten de auteurs van dit boek, een psychotherapeut en een tekstschrijver, zien hoe de omgeving van borderliners terug controle kan krijgen over haar leven.

Leven met een borderliner : een praktische gids / P. Mason en R. Kreger. - 2e editie. - Amsterdam : Nieuwezijds, 2011. - 293 p.



"Ik ken mensen die altijd wantrouwend zijn. - Vaak is het zo... - Wacht nou eens even, gaat het in de psychologie nou altijd over 'vaak', over 'het kan zo zijn dat'? Zijn die relaties niet steviger? In de fysica... - Helaas, voor een natuurkundige is het wellicht wat moeilijk te begrijpen, maar de relaties tussen psychische patronen zijn niet vast en kunnen veel meer variëren dan in de natuurwetenschap. Een fobie bij de ene cliënt kent zomaar een andere ontstaansgrond dan diezelfde fobie bij een andere cliënt, en in veel gevallen leren we die achtergrond nooit kennen; je blust de brand zonder te weten hoe hij ontstond."

Een hoogleraar fysica gaat in behandeling bij een psychotherapeute. Na een half jaar wil hij terug naar de psychotherapeute. Niet omdat de behandeling onvoldoende resultaten opleverde maar omdat hij vragen heeft bij het psychotherapieproces an sich. Wat dan onstaat tussen de twee hoofdrolspelers in deze roman is een dialoog waarin de complexe gedachten en dromen van de fysicus de basis van de ideeën van de psychotherapeute en haar behandelmethodes verzoeken omver te halen. Deze roman is de neerslag van verschillende heldere en zinnige discussies tussen beoefenaars van twee ver uit elkaar liggende disciplines.

De woorden om het te zeggen : psychotherapie voor psychotherapeuten / J. Derksen. - Amsterdam : Bert Bakker, 2011. - 214 p.



"Laat ik het maar meteen zeggen: wie niet in staat is zichzelf te helpen kan heel weinig met therapie. Ik heb lange tijd gehoopt dat mijn therapeute, de huisarts, de psychiater, of een andere deus-ex-machina mijn problemen zou oplossen. Mijn hulpvraag was toch simpel genoeg, dacht ik: 'Zeggen jullie me maar wie ik moet zijn.' Zo werkt het natuurlijk niet. Je moet het zelf doen! Artsen en therapeuten zijn in het beste geval gidsen, coaches of kameraden in nood."

Dit boekje is het persoonlijke verslag van Merlim R. over haar strijd met een dissociatieve identiteitsstoornis (DIS). DIS staat bekend als een psychische aandoening waarbij iemand afwisselend twee of meer van elkaar te onderscheiden persoonlijkheidstoestanden aanneemt. Oorzaak hiervan zijn dikwijls ernstige trauma's doorstaan in de vroege kindertijd waarbij het kind, omwille van het ondraaglijke leed, in zichzelf gaat vluchten. Merlim R. vertelt uitvoerig over hoe zij haar leven gestalte gaf nadat ze de diagnose DIS kreeg toegeschoven. Bedoeld voor lotgenoten en geïllustreerd aan de hand van tekeningen van Merlim R. zelf is dit relaas handig voor therapeuten en artsen die het fenomeen DIS willen begrijpen.

Engelenkracht : verslag over een dissociatieve stoornis / M. R. - Amsterdam : Tobi Vroegh, 2010. - 72 p.



Dit interactief boek is bedoeld voor jongeren uit het middelbaar onderwijs. In dit werkboek, dat aansluit op de leefwereld van adolescenten, worden thema's als communicatie, sociale vaardigheden en schoolgaan voor jongeren met autisme uitvoerig behandeld. Rekening houdend met de ontwikkeling in de richting van volwassenheid richt dit opdrachtenboek zich hoofdzakelijk op het krijgen van meer inzicht in hoe autisme voor de jongere werkt. De opdrachten, tips en voorbeelden moeten adolescenten meer inzicht geven in de manier waarop autisme bij hen tot uiting komt.

Autisme in mij : een interactief informatieboek / N. van Kordelaar en M. Zwaan. -  Amsterdam : SWP, 2011. - 83 p.



Verspreid over zeven casussen behandelt dit boek de verschillende aspecten van werken met kinderen lijdend aan dissociatieve stoornissen als gevolg van opgelopen trauma's. Deze uitgave bevat een grondige analyse van de diverse moeilijkheden die, tijdens de behandeling van dissociatieve stoornissen, in de uiteenlopende therapeutische situaties komen kijken. Met daaraan gekoppeld: het waarom van bepaalde therapeutische beslissingen. Alle casussen worden vanuit een welbepaald dissociatief theoretisch raamwerk geanalyseerd om tenslotte in concrete actie te worden omgezet.

Dissociation in traumatized children and adolescents : theory and clinical interventions / S. Wieland. - London/New York : Routledge, 2011. - 358 p. - (Psychosocial Stress Series)

dinsdag 8 maart 2011

"Creatieve therapie is ervaringsgericht en daarom denken mensen snel dat het iets fluffie is."


Aan het woord is Lieven Desomviele, docent dramatherapie aan de Arteveldehogeschool Gent en voorzitter van de Belgische Vereniging voor Creatieve Therapie, die in een artikel in het dagblad De Standaard (05 en 06/03/2011) bevestigt dat de interesse voor creatieve therapie onder toekomstige therapeuten gestaag groeit. Vooral het belevingsaspect en de indirecte aanpak zouden creatieve therapie zo aantrekkelijk maken. 
In België zijn vier creatieve therapievormen erkend: beeldende therapie, dans- en bewegingstherapie, muziektherapie en dramatherapie. Daarnaast bestaan er nog de niet erkende en minder bekende bibliotherapie en filmtherapie. Daar onvoldoende gesteund door onderzoeksresultaten kent de creatieve therapie veel tegenstanders. Desomviele: "Toch blijf ik erbij dat vandaag niet de sterkste maar de flexibelste overleeft. Dat betekent dat binnen iedere therapievorm gezocht moet worden naar een manier om met de noden van patiënten om te gaan." Waarin schuilt dan het heilzame effect van dramatherapie volgens de studenten van Desomviele? "Theater draait rond herkenning, wat drama tot een ideaal medium maakt om emoties op te wekken. Maar binnen therapie gaan we een stap verder, want we halen geen pleisters van oude wonden om erin te zitten peuteren. We doen dat om die emoties op een juiste manier een plaats te geven en zo de verwerking te versnellen."
Ook filmtherapie wordt als therapeutisch instrument gebruikt bij relatietherapie, behandeling van depressie en zelfs bij psychose. Psychoanalyticus Dieter De Grave: "Wanneer een adolescent onder een psychose lijdt, zien ouders enkel het vreemde gedrag terwijl de zoon of dochter de situatie net helemaal anders ervaart. Kijken ze samen naar een film die over die aandoening handelt, dan kunnen ze allebei aanduiden wat ze herkennen en wat niet."


Ook over creatieve therapie zijn tal van publicaties in ons documentatiecentrum uitleenbaar. Een selectie: 

Actuele themata uit de psychomotorische therapie. Jaarboek 2009
Simons, J.
133 p.
2009
Dit jaarboek bevat een aantal bijdragen waarin theorieën, onderzoek en praktische toepassingen bij kinderen, adolescenten en volwassenen worden voorgesteld. Komen aan bod: motiveren tot bewegen, de relatie tussen basismotorische vaardigheden en perceptuo-motorische vaardigheden bij kinderen van vijf tot zeven jaar, yoga als psychomotorische therapie bij mensen met schizofrenie, effecten van de beoefening van hatha yoga op arousal en ervaren spanning bij patiënten van een forensisch psychiatrische afdeling, lifestyle lichaamsbeweging bij personen met een eetbuistoornis, geïntegreerde danstherapie bij kleuters en schrijven als onderdeel van de psychomotorische therapie.

Creatieve therapie. Een praktische handleiding
Nijmanting, M.
134 p.
2008
Deze handleiding is bedoeld voor therapeuten en docenten die praktisch aan de slag willen met creatieve therapie. Na een theoretische inleiding volgt de praktische inhoud van creatieve therapie. Meer dan 50 oefeningen uit de dramatherapie, de beeldende therapie en het werken met taal worden uit de doeken gedaan. De bijbehorende verhalende casus werkt als metafoor en als illustratie van deze oefeningen.

Vaktherapieën in de forensische psychiatrie
Smeijsters, H. en Cleven, G.
216 p.
2007
Vaktherapie is een koepelterm voor psychomotorische therapie en creatieve therapie. Creatieve therapie omvat dramatherapie, muziektherapie, beeldende therapie en dans- en bewegingstherapie. In dit boek wordt beschreven welke behandeling door welke vorm van vaktherapie bij welk probleemgebied geïndiceerd is.

La danse dans le processus thérapeutique
Lesage, B.
375 p.
2006
De auteur beschrijft hoe en waarom dansen therapeutisch kan zijn. Daarvoor gaat hij in op ontwikkeling en structuur van het lichaam en de beweging. Hij wijst op het belang van de groepsdynamiek en gaat specifiek in op de therapeutische krachtlijnen van de danstherapie. Afgesloten wordt met voorbeelden van verschillende klinische beelden.

Danstherapie met depressieve ouderen. Mag ik deze dans van u?
Denkbeeld
Vol. 13, nr. 3, blz. 8-11
2001
Depressies bij ouderen gaan meestal gepaard met lichamelijke inactiviteit, met als gevolg dat men geen contact meer legt met anderen, zich eenzaam voelt en zich steeds meer terugtrekt. Onderzoek wijst uit dat bewegen een gunstig effect heeft op het lichamelijk en geestelijk welbevinden. De danstherapie wordt in deze context besproken.

donderdag 3 maart 2011

Vlaamse zestigplussers en sociaal isolement: een ernstig probleem.


"Sociaal isolement bij ouderen is een ernstig probleem. Het gaat om een groep mensen die letterlijk verdwenen zijn uit de samenleving", zegt VUB-professor Dominique Verté. "Heel hun leven zijn ze buiten de prijzen gevallen en vaak zijn het mensen die sociaal contact schuwen. Daarom is die groep ook zo moeilijk te bereiken. Het zijn vaak mensen die kampen met een sociale stoornis of psychische problemen die om professionele hulp vragen."
Zestien procent van de Vlaamse senioren geeft aan dat ze zich ernstig eenzaam voelen. 6,1 procent - in de praktijk: negentigduizend Vlaamse zestigplussers - is sociaal geïsoleerd. Dat wil zeggen dat ze minder dan één keer per maand iemand zien. Dat blijkt uit het seniorenbehoefte-onderzoek van Dominique Verté, verbonden aan de Brusselse faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen. Voor tachtigplussers is het aantal mensen dat sociaal geïsoleerd is, zelfs 11 procent.
In samenwerking met de Hogeschool Gent en de provincie West-Vlaanderen werd in 2004 een grootschalig onderzoek gestart naar de behoeften van ouderen. Nadien werd het onderzoek uitgebreid naar andere provincies. Voor deze cijfers over sociaal isolement baseert Verté zich op een ondervraging van 65.000 ouderen verspreid over 135 Vlaamse steden en gemeenten.
(De Standaard, 03/03/2011)


Bij ons beschikbare tijdschriftartikelen en uitleenbare publicaties over sociaal isolement en ouderen:

Kwetsbare ouderen
Welzijnsgids
Leeftijdsgebonden noden, Ouder worden
Afl. 72, blz. 1-22
april 2009
In dit artikel reiken de auteurs enkele methodieken aan die kunnen bijdragen tot contact met moeilijk bereikbare kwetsbare ouderen. Kwetsbare ouderen worden hier gedefinieerd als ouderen die door een beperkt inkomen, een andere culturele achtergrond, mobiliteitsproblemen, contactarmoede of om andere redenen moeilijk aansluiting vinden bij de samenleving.

De ingekorte schaal voor algemene, emotionele en sociale eenzaamheid
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
Vol. 39, nr. 1, blz. 4-15
2008
Dit artikel brengt verslag uit van de psychometrische kwaliteiten van de De Jong Gierveld-schaal, een meetinstrument voor eenzaamheid bij ouderen.

Psychologische hulpverlening aan ouderen. Deel 1. Psychosociale problematiek
Buijssen, H.
294 p.
2008
Dit boek behandelt de meest voorkomende psychosociale problemen bij ouderen: relatieproblematiek, eenzaamheid, rouw, mantelzorg, ouderenmishandeling en slaapproblemen. Van elk probleem worden steeds de aard en de omvang, de diagnostiek en de behandeling besproken. Daar waar mogelijk geven de auteurs suggesties voor preventie. De praktijkvoorbeelden en citaten maken het boek toegankelijk en brengen de realiteit vaak heel dichtbij.

Zin en onzin van eenzaamheidsinterventies bij ouderen
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
Vol. 38, nr. 4, blz. 185-203
2007
Dit artikel beschrijft een effectonderzoek van de mogelijke oorzaken van het uitblijven van eenzaamheidsreductie bij ouderen.

Eenzaamheidsinterventies bij ouderen: ordening en effectiviteit
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
Vol. 37, nr. 2, blz. 44-50
2006
De centrale vraag in dit artikel luidt: zijn interventies gericht op vermindering van eenzaamheid bij ouderen die op verschillende niveaus en met verschillende doelen in Nederland opgezet zijn effectief? Negen interventies worden beschreven. Verder wordt een pleidooi gehouden voor meer onderzoek naar de effectiviteit en de doelmatigheid van interventies, voor meer systematische verwijzing van eenzame ouderen naar interventies en voor de ontwikkeling van persoonsgerichte trajecten van interventies.

Huisbezoeken bij ouderen in Leiden: een onderzoek naar het effect op eenzaamheid
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
Vol. 37, nr. 4, blz. 142-146
2006
De onderzoeksresultaten van het interventieproject 'Signalerend huisbezoek' staan in dit artikel centraal. Dit project had een experimenteel karakter en had tot doel het verminderen van eenzaamheid bij ouderen die gebruik maken van extramurale zorgverlening.

Zorg om ouderen. Een leidraad voor mantelzorgers
Allewijn, M. en Miesen, B.
496 p.
2006
De auteurs van deze uitgave besteden aandacht aan de rol van de mantelzorger. Welke problemen brengt mantelzorg met zich mee en hoe kan een mantelzorger die spanningen de baas blijven? Het boek gaat in op veranderingen in het dagelijkse leven van ouderen, zoals eten, slapen en seksualiteit. Daarnaast wijzen de auteurs op de achtergronden bij specifieke ouderdomsklachten zoals slecht horen, slecht zien en eenzaamheid en wordt er aandacht besteed aan gedragsveranderingen bij ouderen en de mogelijke oorzaken hiervan. Tenslotte komen ook specifieke problemen op het gebied van emoties en de gevolgen van hersenaandoeningen, waaronder dementie, aan bod en staan de auteurs ook stil bij de therapeutische mogelijkheden en de juridische aspecten van mantelzorg.

woensdag 2 maart 2011

Positief opvoeden heeft positief resultaat!



Van 9 tot 11 februari 2011 vond in de stadscampus van Antwerpen het 13de Helping Families Change Conference plaats. Het thema van deze editie 'Turning obstacles into opportunities' gaf aanleiding tot tal van lezingen, workshops en symposia over de mogelijkheden en moeilijkheden in het versterken van ouderschapsbekwaamheid in preventieprogramma's voor alle ouders. Daarnaast werden ook onderwerpen en thema's zoals preventie van en hulp bij kindermishandeling en emotionele en gedragsproblemen van kinderen en hulp aan ouders die zelf met ernstige problemen kampen of kinderen hebben die lijden onder ernstige psychopathologie of ziektes uitvoerig behandeld. Allerlei inzichten en resultaten van recent theoretisch en evaluatie-onderzoek in positieve opvoedingsinterventies werden door experten in de materie aan de uit verschillende landen afkomstige congresbezoekers uitgebreid toegelicht.  
Eén van die positieve opvoedingsinterventies heet Triple P en staat voor ‘Positive Parenting Program’. Het is een laagdrempelig, integraal programma voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. De bedoeling is om emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het bevorderen van competent ouderschap. Zo leren ouders gebruik te maken van de dagelijkse communicatie in het gezin om hun kinderen adequaat te ondersteunen en hun sociale en probleemoplossende vaardigheden te stimuleren. Op die manier worden de positieve krachten in een gezin en de competenties van ouders versterkt en de risicofactoren verminderd. Deze methodiek werd een kwarteeuw geleden ontwikkeld in Australië door de Nieuw-Zeelander Matthew Sanders, kreeg veel internationale weerklank en wordt nu zelfs aanbevolen door de Wereldgezondheidsorganisatie van de Verenigde Naties.
Voor De Standaard was dit congres het uitgelezen moment om uit te pakken met een evaluatie van Triple P in Antwerpen. Onder de titel 'Positievere ouders, blijere kinderen' verscheen het volgende bericht: "Vijf jaar van positief opvoeden in Antwerpen werpt zijn vruchten af: bijna 20.000 ouders rapporteren na afloop minder gedragsproblemen bij hun kinderen, en minder emotionele problemen. In sommige groepen zelfs tot 11 procent minder. Ook ouders worden beter van het Triple P-project: 8 procent voelt zich na een interventie minder depressief, 7 procent is minder angstig en 11 procent ondervindt minder stress. Falende opvoedingstechnieken zoals overreageren en laksheid worden door de ouders ook minder aangewend. Zo staat te lezen in een evaluatierapport van de Universiteit Antwerpen."
(De Standaard, 10/02/2011)    


Uitleenbare publicaties en beschikbare tijdschriftartikelen over Triple P en positieve opvoedingsinterventies in ons documentatiecentrum:

De effectiviteit van Triple P
Graaf, I.M. de (e.a.)
factsheet
2009
Deze factsheet geeft een overzicht van internationaal en nationaal onderzoek naar Triple P-interventies en informeert over de effecten van deze interventies op gedragsproblemen en emotionele problemen bij kinderen. Ook de effecten op het opvoedingsgedrag van de ouders komen aan bod..

Helping families change. The adoption of the Triple P - Positive Parenting Program in the Netherlands
Graaf, I.M. de
152 p.
2009
Dit proefschrift belicht de effecten van het Triple P-programma wereldwijd. De proefinvoering en de eerste effecten van het opvoedingsondersteuningsprogramma Triple P in Nederland worden in deze publicatie besproken.

Waar is de grens. Omgaan met gedragsproblemen bij kinderen
Baert, K. (e.a.)
146 p.
2009
De auteurs van dit werk gaan in op wat gedragsproblemen precies zijn en hoe een diagnose gesteld wordt. Daarnaast geven ze ook concrete tips en adviezen om met moeilijk gedrag om te gaan en duidelijke grenzen te stellen.

De ouder als partner. De rol van ouders van jonge risicokinderen tijdens opvang, zorg en onderwijs
Rikveld, E. (e.a.)
172 p.
2009
Deze publicatie behandelt de rol van ouders van jonge risicokinderen tijdens opvang, zorg en onderwijs. De auteurs stellen zich de vraag of ouders als partner er wel toe doen? De factoren die een kind tegen risico's beschermen en de beschermclusters die een voorwaarde zijn voor veilig ouderschap worden uiteengezet. In dit boek komen vijf zorgprogramma’s voor ouders aan bod: BOBY, dagbehandeling voor ouders en baby, Parent Management Training Oregon, 3 keer Groei en Sprint, Families And Schools Together.

Bekwamere ouders, gezondere kinderen. Triple P, preventie door opvoedingsondersteuning
Glazemakers, I.
Psyche
Vol. 19, nr. 3, blz. 8-10
2007
De toepassing van het Triple P-programma voor opvoedingsondersteuning in diverse sectoren van integrale jeugdhulp en kinder- en jeugdpsychiatrische centra in de provincie Antwerpen wordt in dit artikel kort weergegeven.

Triple P: Positief Pedagogisch Programma. Opvoedingsondersteuning ter preventie van (ernstige) gedragsproblemen bij kinderen. Proces-evaluatie
Graaf, I.M. de en Bohlmeijer, E.
41 p.
2006
Triple P staat voor Positive Parenting Program, een in Australië ontwikkeld programma dat zich richt op de preventie van psychosociale problemen bij kinderen door opvoedingsondersteuning aan ouders. De proefimplementatie van de verschillende interventies worden, aan de hand van een procesevaluatie waarin de belemmerende en bevorderende factoren werden onderzocht, in deze uitgave besproken

An outcome evaluation of the implementation of the Tripe P-Positive Parenting Program in Hong Kong
Family Process
Vol. 42, nr. 4, blz. 531-544
2003
The authors evaluated the effectiveness of the Positive Parenting Program (Triple P) with a sample of Chinese parents of children with early onset conduct-related problems in Hong Kong.