"De wereld is zeer complex, onvoorspelbaar, frustrerend, dubbelzinnig. Dingen gaan voortdurend fout, mensen gaan dood, het onheil slaat toe zonder reden. Dat veroorzaakt stress. Die stress wordt alleen maar groter als het brein zich - onwillekeurig - andere vragen begint te stellen, vragen die niks met het strikte overleven te maken hebben. Wie ben ik? Wat gebeurt er als ik sterf? Hoe is de wereld ontstaan? Waar gaat de wereld naartoe?
Religie neemt die stress weg, door voor heel die complexe en onvoorspelbare wereld een grote, allesomvattende verklaring te bieden. Er is een Schepper, die alles overziet, die alles weet en alles kan, die met de wereld in het algemeen en met ons in het bijzonder wel degelijk een bedoeling heeft. Dat geloof in een niet-waarneembare werkelijkheid krijgt in onze hersenen hetzelfde gewicht als wat we weten over de tastbare werkelijkheid."
Knack nr. 17 (27/04/2011) rapporteert over de wetenschap over het nut van religie. Aanleiding daarvan is de uitgave van 'Het goddelijke brein: het evolutionaire nut van religie' (L. Tiger en M. McGuire, Lannoo, 2011) waarin wordt gesteld dat rituelen, zoals bidden en mediteren, het chemisch profiel van ons brein zouden veranderen. Dergelijke rituele handelingen creëren immers comfort, zekerheid en voorspelbaarheid. Hierdoor dalen onze hartslag, ons zuurstofverbruik en onze bloeddruk waardoor de serotonine rijkelijk gaat vloeien. Bidden en mediteren lijken zo wel een vorm van mentale gymnastiek. Slotsom: onze hersenen scheiden geloof af waardoor stress alvast wordt verminderd. In die zin, concluderen de onderzoekers, zijn kerken ware serotoninefabrieken.
Ook in de catalogus van ons documentatiecentrum levert de (vermeende) relatie tussen depressie en religie een aantal treffers op:
The influence of religious participation on the adjustment of female inmates
American Journal of Orthopsychiatry
Vol. 79, nr. 1, blz. 1-7
2009
This study examined the relationship between female inmates' participation in religious activity and adjustment to prison. The study hypothesized that female inmates who participate in religious activities and report receiving personal support from their participation would report lower rates of depression, less violence perpetration, better prison adjustment, and fewer institutional infractions than inmates who do not participate or who participate but perceive little support.
Symptomen bij een depressie: bevindelijk gereformeerde versus niet-kerkelijke patiënten
Tijdschrift voor Psychiatrie
Vol. 51, nr. 5, blz. 279-289
2009
De auteurs gingen na of bevindelijk gereformeerde patiënten met een depressie andere symptomen hebben dan niet-kerkelijke patiënten. Dit onderzoek illustreert dat inzicht in de religieuze achtergrond van (autochtone) patiënten van belang kan zijn voor goede psychiatrische diagnostiek.
Als het leven een last is: spirituele omgang met depressie
Grün, A.
210 p.
2009
De auteur laat zich door de bijbel en de religieuze traditie inspireren om te beschrijven hoe wij op een andere, meer menselijke manier met depressies kunnen omgaan. De weg door de innerlijke duisternis leidt terug naar het leven en naar de wortels waaruit nieuwe hoop en energie geput kunnen worden.
Geloven als antidepressivum
Ypma, S.
211 p.
2008
De stelling van de auteur is: in een manische samenleving wacht na de roes de depressie. Naast deze twee uitersten wijst religie een derde weg: die van het enthousiasme. Enthousiasme betekent letterlijk vervuld zijn van het goddelijke. Wanneer wij ons hiervoor openstellen, geeft religie een besef van eenheid, oorsprong, eeuwigheid en eenvoud. De auteur beschrijft eerst uitvoerig wat een depressie is. Daarna legt hij uit hoe religie, in het bijzonder het bijbelse verhaal, tot therapie kan dienen voor het depressief gestemde gemoed.
Religious affiliation and psychiatric morbidity in Brazil: higher rates among evangelicals and spiritists
International Journal of Social Psychiatry
Vol. 54, nr. 6, blz. 562-574
2008
The objective of this study was to verify the association between the prevalence of mental symptoms and excessive alcohol intake with religious, church attendance and personal religiosity in a representative sample of the population living in the city of Campinas, in south-east Brazil.
The objective of this study was to verify the association between the prevalence of mental symptoms and excessive alcohol intake with religious, church attendance and personal religiosity in a representative sample of the population living in the city of Campinas, in south-east Brazil.
Religiositeit en stemming in de laatste levensweek: een exploratieve benadering aan de hand van nabestaandeninterviews
Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
Vol. 37, nr. 6, blz. 254-256
2006
In deze bijdrage werd onderzocht wat de rol is van religiositeit voor de stemming in de laatste levensweek. Aan de hand van interviews bij nabestaanden van overleden respondenten van de Longitudinal Aging Study Amsterdam zijn gegevens verkregen over depressieve stemming en angst in de laatste levensweek, alsook over vrede met het naderend levenseinde.
Religiositeit en depressie bij ouderen: een overzicht van recent empirisch onderzoek
Tijdschrift voor Psychiatrie
Vol. 45, nr. 8, blz. 495-505
2003
De auteurs gaan na welke aspecten van religiositeit met depressiviteit samenhangen en welke verklarende mechanismen hiervoor zijn gevonden in empirisch onderzoek.
Religiosity, depression, and physical maturation in adolescent girls
Journal American Academy Child & Adolescent Psychiatry
Vol. 41, nr. 2, blz. 206-214
Vol. 41, nr. 2, blz. 206-214
2002
The objective of this study was to assess the impact of physical maturation on the protective qualities of religiosity against depression in adolescent girls.
The objective of this study was to assess the impact of physical maturation on the protective qualities of religiosity against depression in adolescent girls.
Religious psychotherapy in depressive patients
Psychotherapy and Psychosomatics
Vol. 63, nr. 3-4, blz. 165-168
1995
This study was conducted to explore the outcome of psychotherapy in ethnic Malays with strong religious and cultural background. Patients in the study group, where a religious perspective was added, showed more rapid improvement in the initial 3 months of the study period than those in the control group, but at the end of the 6 months the difference became insignificant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten